- 25 March 2024 -

image

Hoe we Zuid-Limburg verder verbinden voor een gezonde regio

In Zuid-Limburg wordt al heel lang door veel partijen binnen en tussen domeinen samengewerkt met als doel een betere gezondheid voor de inwoners van de regio en toekomstbestendige zorg. Het Trendbreukprogramma is daar een mooi voorbeeld van. De nieuwe beleidskaders van de landelijke overheid, IZA, GALA en WOZO, geven een extra prikkel om die samenwerking verder te intensiveren en vorm te geven op de schaal van Zuid-Limburg. Wat betekent dat precies voor de al bestaande grotere en kleinere coalities die nu al mooie resultaten boeken? Het geeft kansen voor de noodzakelijke verbreding en verdieping van de samenwerking, schetsen bestuurders Raymond Clement (MIK & PIW), Roger Ruijters (Envida) en Esther van Engelshoven (HOZL) en kwartiermakers Lidy van der Goot-Wilms (GGD Zuid-Limburg) en Theo Koks (Robuust).

Open hier de PDF versie van de afbeelding hier rechts.

Herschikking

Raymond Clement is samen met Henrie Henselmans (interim bestuurder bij Levanto groep) trekker van het thema Arbeidsmarkt en bouwt samen met de gemeenten aan het thema Veilige, sociale en gezonde leefomgeving. Raymond Clement gelooft diep in de opschaling naar Zuid-Limburg omdat het gewoon niet anders meer kan. Voor hem is het centrale woord: herschikking. “Het gaat om financieel herschikken en inhoudelijk herschikken. Financieel hebben we een systeem opgetuigd dat we ook weer kunnen afbouwen, lijkt me. De inhoudelijke herschikking is ingewikkelder. Zo hebben we onze professionals heel goed opgeleid in hun specifieke discipline, maar de belangrijkste competentie nu, is inter-professionaliteit. Er is inter-professionele samenwerking nodig omdat de oplossing voor de complexe uitdagingen van inwoners niet in één domein ligt, maar ook omdat we schaarste hebben. We moeten met dezelfde mensen meer gaan doen. Er is een herschikking nodig om de professionals weer met elkaar te laten samenwerken. Denk bijvoorbeeld aan de ketenaanpak Welzijn op Recept waarin een huisarts doorverwijst naar een welzijnswerker. Dat kan alleen als die huisarts weet welke zorg- en welzijnsvoorzieningen er zijn in de wijk. We moeten met elkaar ketens vormen en de welzijnsstructuur van de samenleving inrichten. Opschalen naar het niveau van Zuid-Limburg is nodig omdat je die complexe infrastructuur niet per gemeente kunt inrichten. Met alle liefde en respect voor de couleur locale, die kunnen we behouden. De benodigde herschikking kunnen we niet van de burger verwachten: ‘gaat u maar participeren, u bent de informele zorg.’ Nee, dat moeten we ook politiek, systemisch én zorginhoudelijk doen.”

 

“De kerktoren en de vereniging, daarin kunnen gemeenten onderscheidend blijven, maar de zorginfrastructuur moet echt naar de schaal van Zuid-Limburg.”
– Raymond Clement –

Strategisch perspectief

Roger Ruijters is binnen de bestuurlijke regiegroep Zuid-Limburg trekker voor het thema Vitaal ouder worden. “Ik vind het heel positief dat we met elkaar een krachtenbundeling aan het organiseren zijn. De uitdagingen van de toekomst vragen hier ook om. Het strategisch perspectief is Zuid-Limburg. Tegelijkertijd moet er ruimte zijn om vanuit coalitions of the willing in kleiner verband aan de slag te gaan om uit de startblokken te komen en snel meters te maken. De samenwerking in de subregio’s blijft ook nodig om de couleur locale te behouden, om de ziel in de aanpak te houden. Mijn uitgangspunt is: respecteer wat er is en voeg toe.”

 

“Het moet niet te lang duren voordat we uit de startblokken komen.”
– Roger Ruijters –

Samen de beste klas

Esther van Engelshoven kijkt op eenzelfde manier naar de ontwikkelingen. In de bestuurlijke regiegroep is ze als kartrekker verantwoordelijk voor de Integrale aanpak en infrastructuur. “We staan samen voor de opgave in Zuid-Limburg en trekken bij de verschillende thema’s daarom zoveel mogelijk gezamenlijk op. Dat geldt bijvoorbeeld voor de ouderenzorg en de arbeidsmarkt. Je wilt elkaar niet meer beconcurreren op cliënten en arbeidskrachten, zoals we vanuit marktwerking gewend waren. De kern van het IZA is dat we afkomen van marktwerking en echt gaan naar samenwerking; niet allemaal het beste jongetje van de klas willen zijn en het eigen marktaandeel vergroten, maar samen de beste klas zijn. Die mindshift moet er komen en die is er nog niet overal. In de samenwerking kunnen we de schaarste slim gaan verdelen. Het gaat om samen het maximale potentieel eruit halen, in het belang van de inwoners van Zuid-Limburg.”

Dualiteit

Esther: “Digitalisering is ook een thema waar we meteen samen in moeten optrekken; vooral op het gebied van gegevensuitwisseling is een Zuid-Limburgse aanpak noodzakelijk. Gaat het om ‘zachtere zaken’, zoals community care, dan moeten we nog samen ontdekken wat de beste aanpak is om mensen meer in zelfregie samen-redzaam te krijgen. Waar we verschillende opties hebben of nog niet weten wat de beste optie is, vind ik het prima om ze naast elkaar te laten bestaan. Maar dan is het cruciaal om vanaf het begin zaken uit te wisselen, van elkaar te leren en af te spreken om de meest succesvolle interventie op te schalen naar Zuid-Limburg. Dat is de dualiteit: de ruimte om te pionieren versus het lef hebben om samen keuzes te maken.”

 

“Dat is de dualiteit: de ruimte om te pionieren versus het lef hebben om samen keuzes te maken.”
– Esther van Engelshoven –

Dynamiek organiseren

Een van die keuzes is de Pluspraktijken onderdeel te maken van de Pluswijken-aanpak. Voor de Pluswijken is inmiddels een transformatieplan in ontwikkeling. In de Pluswijken geven, behalve huisartsen, ook de wijkverpleging, maatschappelijk werk, verenigingen en burgers domeinoverstijgend invulling aan het thema Integrale aanpak en infrastructuur.

Esther van Engelshoven: “We willen in goed overleg met de huisartsen proberen om de werkzame bestanddelen van de Pluspraktijken te transformeren naar Zuid-Limburg zodat alle huisartsenpraktijken de mogelijkheid krijgen hun belangrijke regisseursfunctie in de wijk waar te maken. De Pluspraktijken zijn een belangrijke schakel in de totaalaanpak van Pluswijken.”

Domeinoverstijgend werken gebeurt ook in de aanpak van het thema Vitaal ouder worden. Roger Ruijters: “Uitgangspunt is komen tot maatschappelijke zorg voor ouderen waarbij de langdurige zorg veel meer onderdeel uitmaakt van de infrastructuur van wijken en dorpen. Als we de steunstructuren in wijken en dorpen op het gebied van wonen, zorg en welzijn in samenwerking versterken, dan is opname in een verpleeghuis niet of pas later nodig. Vanuit deze visie is ‘het verpleeghuis’ niet langer een fysiek gebouw maar veel meer een systeemoplossing. Een systeemoplossing die in de eigen wijk in bestaande gebouwen gerealiseerd kan worden. Zo heeft Envida bijvoorbeeld afspraken gemaakt met alle corporaties uit Maastricht-Heuvelland over de toewijzing van woningen. Komt er ergens een appartement vrij dat bij uitstek geschikt is voor een kwetsbare oudere, dan krijgen wij twee weken de tijd om iemand te zoeken voor dat appartement. Daarmee stimuleren we geclusterd wonen. Voor ons betekent dat, dat we de zorg thuis beter kunnen organiseren. Daar is geen verpleeghuis voor nodig. De leefwereld is het uitgangspunt, die moet je respecteren, de systeemwereld ondersteunt. Het is deze dynamiek die we met elkaar willen organiseren. De IZA-gelden zorgen ervoor dat we dat sneller en intensiever kunnen doen.”

Samen leren transformeren

Bij het organiseren en faciliteren van die beweging spelen kwartiermakers Lidy van der Goot en Theo Koks een belangrijke rol. Vanuit het netwerkondersteuningsbureau, waar zij de kar trekken, helpen zij partijen de beweging te maken richting Zuid-Limburg. Zij zien zichzelf als aanjagers, begeleiders en bewakers van het totale proces. Lidy: “Het is een complex proces van zaken anders organiseren, meer samenwerken en vooral ook samen leren transformeren. Wat we graag willen is de goede initiatieven uit de subregio’s beschikbaar krijgen voor heel Zuid-Limburg, ten dienste van de Zuid-Limburgse opgave. Daar zitten we middenin. Kijken welke plannen er zijn en welke goed opschaalbaar zijn. En bij nieuwe initiatieven vooraf de vragen stellen: Past het binnen onze regionale visie? Zo ja, beginnen we direct Zuid-Limburg breed of beter subregionaal? Welke partners brengen we aan de voorkant bij elkaar en hoe betrekken we de inwoners erbij?”

 

“Met elkaar leren kennen, elkaars taal leren spreken, ontstaat onderling vertrouwen. De basis om de transformatie te laten slagen.”
– Theo Koks –

Elkaar leren kennen

Theo: “Aan de slag gaan maakt ook dat vertrouwde en nieuwe partners elkaar leren kennen. Hierdoor leer je elkaars taal te spreken en ontstaat onderling vertrouwen. Dè basis om de transformatie te laten slagen.” Lidy: “Binnen de transformatieplannen moet de samenwerking tussen de zestien betrokken gemeenten en de zorgpartners nog steviger vorm krijgen. Hoe zorgen we bijvoorbeeld dat zestien gemeenten niet steeds apart besluiten hoeven te nemen? Als gemeenten vanaf het begin op inhoud kunnen aansluiten en we goed kijken naar ieders rol, dan ontstaat er een samenwerking waarmee we de plannen echt van papier af kunnen krijgen. En dat is natuurlijk wat we willen voor de inwoners van Zuid-Limburg.”

 

“We willen een samenwerking waarmee we de plannen ook echt van papier af kunnen krijgen.”
– Lidy van der Goot –

Reflectie

Behalve meereizen op de al rijdende trein, stappen Theo en Lidy er ook regelmatig uit om vanaf een afstand naar de ontwikkelingen te kijken. Lidy: “Het is onze taak om te zien of zaken niet tegen de koers ingaan en waar plannen mogelijk wat omgebogen moeten worden.” Theo: “We waarderen de intrinsieke motivatie waarmee mensen aan de plannen werken, maar willen ook zorgen voor een zuivere reflectie op die plannen. Daarom monitoren we of ook daadwerkelijk gebeurt waarvan we hopen dat het gebeurt. We zijn het aan onszelf en aan de inwoners van Zuid-Limburg verplicht om kritisch naar het resultaat te kijken en de aanpak waar nodig aan te passen om de beoogde impact te bereiken.”