- 03 November 2022 -
Regiobeeld 1. 1
Samenwerking goede basis om knelpunten aan te pakken
Met het verschijnen van het regiobeeld 1.1 – een update van het beeld dat in 2019 van de Limburgse Mijnstreek werd geschetst – wordt nog eens duidelijk hoe groot de opgave in deze regio is. Het voortdurend schetsen en aanscherpen van zo’n regiobeeld laat steeds beter zien wat écht nodig is in de regio. Onderstaand een aantal betrokkenen over het actuele regiobeeld 1.1. en wat inwoners en samenwerkingspartners in de regio te doen staat.
ALLEEN ZORG OPTIMALISEREN IS NIET GENOEG
Wiro Gruisen: “Groot is de samenhang tussen de ongezondheid van de inwoners en de hoge zorgkosten en het hoge zorgvolume in deze regio. Het regiobeeld laat zien hoe complex het is om hierop in te grijpen. Het feit dat zaken meespelen als een lage opleiding, een ongezonde leefomgeving of ongezond werk, maakt duidelijk dat alleen de zorg optimaliseren niet genoeg zal zijn om de bestaande problemen op te lossen. We moeten juist ook die achterliggende problemen aanpakken en dat vergt samenwerking tussen de professionals in alle domeinen. Dat maakt het zo enorm complex.”
BURGERS ONDERSTEEUNEN IN ZELFREDZAAMHEID
Het aanpakken van de problemen in de Mijnstreek is lange termijn werk. Dat onderschrijft ook Han Von het Hoff. Als directeur Burgerkracht Limburg is hij als vanzelfsprekend een warm pleitbezorger voor de inbreng en ondersteuning van de Limburgse inwoner. Han: “De rol van burgerkracht is blijven benadrukken dat het om de gezondheid van de burger gaat, en dat je echt andere dingen moet doen dan in het verleden werden gedaan om bewoners te ondersteunen in het zelfredzaam worden en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen gezondheid. Het is een moeizaam traject om mensen anders naar zichzelf te laten kijken, maar we maken daar toch langzaam vorderingen in.”
GELIJKGERICHT OPTREKKEN
Voor de zorgaanbieders maakt het regiobeeld 1.1 eens temeer duidelijk dat het zorgverbruik van de inwoners van de Mijnstreek voor een belangrijk deel in factoren zit waarop zij geen directe invloed hebben. Volgens Wideke Nijdam, lid van de raad van bestuur van Zuyderland ziekenhuis laat dit zien dat we veel meer met gemeenten en professionals in het sociaal domein moeten optrekken. “Preventie is natuurlijk ook voor ons een aandachtsgebied, maar wij opereren daar natuurlijk anders in dan het sociaal domein. Dus moeten we elkaar veel meer opzoeken, om kennis uit te wisselen, interventies op elkaar af te stemmen en gelijkgericht op te trekken. Die samenwerking is er inmiddels echt, je ziet dat stappen worden gezet. Maar het moet groeien, het kost tijd.”
INTERVENTIES MET MINDER MENSEN VORM GEVEN
Jean-Paul Essers, bestuursvoorzitter bij stichting Mondriaan, ondervindt in de dagelijkse praktijk hoe moeilijk het kan zijn om meters te maken.
“We hebben een succesvolle pilot gehad om mensen aan de voorkant te helpen zodat ze niet doorstromen naar de specialistische ggz. Samen met de poh’er in de huisartspraktijk en de professionals in het sociaal domein kijken naar de onderliggende problematiek is hierbij een belangrijke succesfactor. Maar door de krapte op de arbeidsmarkt en zeker ook de schotten in de financiering lukt het niet om op te schalen. We moeten dus zoeken naar manieren om de kracht van die interventies met minder mensen vorm te geven.”
VOORBIJ DE SCHOTTEN
Het is voor alle partijen duidelijk dat de gemeenten en de zorgverzekeraars nodig zijn om het patroon van de gescheiden financieringsstromen te doorbreken.
Leon Geilen: “De inspanningen om mensen gezonder te maken kosten geld en de revenuen daarvan liggen bij de zorgverzekeraar omdat het ervoor zorgt dat de zorgkosten dalen. Maar aan de andere kant geldt ook: als inwoners gezonder zijn, doen ze minder een beroep op de Wmo en de Jeugdwet en kunnen ze een grotere bijdrage leveren aan de maatschappij of aan vrijwilligerswerk. Daarvan vallen de revenuen dan weer bij de gemeenten. Het is dus zaak dat we samen – zorgverzekeraars én gemeenten – kijken naar wat mensen gezond maakt, wat dit van ons beiden aan investeringen vergt en hoe we de lasten daarvan verdelen.”